dinsdag 22 september 2009

Nischt wie raus am Wannsee

Zondag, stralend weer, dus met de fiets in de S-bahn naar Wannsee. 't Is hartstikke druk in de trein, meer mensen hebben dit plan opgevat. Allicht!
In mijn hoofd het liedje (op de melodie: af en toe gaan pa en moe met ons naar de speeltuin toe) -
"Pack die Badehose ein, nimmt dein kleines Schwesterlein, und dann gehen wir rasch am Wannsee
und wir fahren wie der Wind, durch den Grünen Wald geschwinnt, und dann sind wir bald am Wannsee,
und wir tummeln frei im Wasser, wie die Fischlein dass ist fein, ach und meine kleine Schwester, jah die traut sich nicht hinein.
Pack die Badehose ein, nimmt dein kleines Schwesterlein, denn um acht müssen wir zu Hause sein.
Wenn man in die Schule sitzt, über seine Bücher schwitzt, und wenn dann die Sonne scheint, dann will man drausen sein,
Ist die Schule endlich aus, gehn die Kinder froh nach Haus
........... (nog 2 regels, die ik niet meer weet)
En dan weer: Pack die Badehose ein.....
Dit liedje ken ik al heel lang en nog steeds. Ik moet 't ergens tussen mijn 7e en mijn 10e jaar geleerd hebben. Van mijn moeder? Ik denk 't. 't Maakt me vrolijk.

't Is druk op 't water. Aan de kade staat een lange rij mensen te wachten op de rondvaartboot. Ik fiets ze voorbij, dan maar over de weg.




Naar Liebermann-Villa am Wannsee, daar had ik al een keer voor een dichte deur gestaan. 't is er verbazingwekkend rustig. Een mooie aangelegde tuin. Max Liebermann (1857 - 1935), een expressionistische kunstschilder. Hij woonde met zijn gezin aan de Pariser Platz en heeft dit zomerhuis aan de Wannsee in 1909 laten bouwen. Zodat hij meer in rust kon schilderen. Vooral in de zomermaanden tot aan zijn dood was hij regelmatig in deze villa aan het werk. Er is ook veel werk van hem waarop de Nederlandse kust en stranden te zien, taferelen uit Leiden, Haarlem. Hij bracht vele zomers door in Nederland, waar hij contact had met kunstenaarsvrienden zoals de gebroeders Israëls,  gebroeders Maris, Vincent van Gogh en anderen. Zijn werk doet mij sterk denken aan de schilders in Skagen - veel licht, levendigheid, overvloed, verbondenheid tussen mensen.
Wat treurig stemt, is dat zijn weduwe in 1940 door de nazi's gedwongen werd afstand te doen van alle bezittingen. Zij heeft in 1942 een einde gemaakt aan haar leven, een dag nadat zij een oproep had gekregen zich te melden voor transport.

Ik wandel door de tuinen. De achtertuin loopt tot aan het water. Er staan rijen berken. Er is een schilderij van hem waarop afgebeeld kinderen die spelend tussen de berken rennen, boompje verwisselen. Daar nodigt deze rij berken inderdaad toe uit. Ik beheers me maar, want 't is inmiddels drukker geworden.

Omdat Max Liebermann de tuin heeft laten ontwerpen door de tuinarchitect Paul Otto Baumgarten (!), heeft men in 1995 de tuin weer in zijn oorspronkelijke staat kunnen terugbrengen.



Er staat nog veel in bloei, een kleurenpracht, langs de rand van het bordes.


Ik heb honger en trek en haal aan het buffet een espresso macchiato, een Spinattorte en een Apfelkuchen. Ik houd nu eenmaal van lekkere dingen.













Dit is het uitzicht dat ik heb vanaf mijn tafeltje op het bordes. 
Ik blijf een tijd zitten en lees, het is niet druk. Naast mij, langs de rand van het bordes, zitten meer mensen te lezen, met hun kopje koffie naast zich. Ik geniet en voel me hier opperbest.










Dan naar de 'buren', het Haus der Wannsee-Konferenz. Ik wil gewoon even rondlopen, voelen hoe 't hier is. In alle ruimtes op de begane grond biedt een vaste tentoonstelling een overzicht over de conferentie en 'volkerenmoord op de Europese joden'. Indrukwekkend om die papieren uitgestald te zien liggen, met de handtekeningen van de aanwezige 'heren' er onder. Ik hoor later hoe een gids, die een groep rondleidt, vertelt, dat de aanwezigen 'even' deze vergadering moesten bijwonen omdat er iets 'belangrijks' op de agenda stond. Wrang, hoe dat klinkt.
Er schijnen veel jongerengroepen en schoolklassen te komen. Ontzettend goed dat men hier aandacht aan blijft schenken.


Ik loop door de tuin rondom het imposante gebouw (de foto is de achterkant, van waaruit men uitzicht had/heeft op de Wannsee). Het is een beboste tuin en ik loop een stukje door het bos. En zie daar, 'mijn leeuw', daar had ik al op gehoopt.



Ik fiets nog een stukje door de villawijk van Wannsee, nog even langs de Lindenstrasse, en dan op zoek naar het huis van een oude oom en tante, familie van mijn moeder. Lieve mensen die we vroeger altijd opzochten als we bij mijn oma waren.
Als ik bij het bewuste adres aankom, zie ik dat alle luiken dicht zijn en de brievenbus uitpuilt...... In de straat een zondagse rust.

Ik fiets terug naar Wannsee Bahnhof, maar fiets er langs, richting Friedenau. Ik wil naar het Wirtshaus an der Rehwiese met z'n heerlijke terras onder de platanen. Het is weliswaar inmiddels Kaffee mit Kuchen tijd (rond 4 uur 's middags), maar ik heb veel meer zin in iets hartigs en een glas wijn. De Kuchen heb ik immers al op. Ook hier zit ik een tijd te lezen tussen de gezinnen en vriendengroepen die op zondag hun uitstapjes hebben. Maar ik voel me niet alleen, ik voel me eerder opgenomen. Ook omdat de lieve bediening me een espresso of een schnäpschen van het huis aanbiedt. Ik neem het eerste, want ik moet nog een kilometer of 8 fietsen en met alcohol in mijn benen kom ik niet ver.

Een heerlijke dag!! Ich habe mich Wohl gefühlt und genossen.

maandag 21 september 2009

Jüdische Friedhöfe II


Vandaag, maandag 21 september, begin van de herfst, ben ik naar Friedhof Weissensee, de grootste joodse begraafplaats van Europa, gegaan. Er liggen meer dan 100.000 mensen begraven. Ik heb ontzettend veel gelopen vandaag, ten eerste omdat ik aanvankelijk helemaal verkeerd was. Ik kwam bij de achteringang uit en daar was niemand, de poort was op slot. Ik wist uiteraard toen nog niet dat dit de achteringang of diensteningang was. Deze foto laat de muur zien langs de Weissenseeerstrasse, een grote vierbaansweg met fabrieken, een bierbrouwerij en een erg lelijke sporthal. Ik heb geen idee hoe ik nu naar binnen moet. Gelukkig zie ik door een hek twee jongemannen, Nederlanders. Ik vraag hen waar de ingang is, en die blijkt aan de hele andere kant. Eén van de mannen heeft een tomtom en laat me zien hoe ik moet lopen. Ik doe er een half uur over om bij de hoofdingang te komen. Zoals op de foto te zien is, is het grijs, bewolkt weer. Maar 't is helemaal niet koud. Ik heb mijn wollen jasje over mijn arm hangen.

Een vriendelijke meneer van de Friedhofverwaltung geeft me informatie. Helaas niet van onze betbetovergrootmoeder, maar wat nu blijkt, wel van een broer en een zus van haar. Die liggen beiden begraven op deze begraafplaats. Ik heb natuurlijk een hele waslijst met namen van familie die hier begraven zouden kunnen liggen, maar daar moeten we vooraf schriftelijk informatie over vragen. Er zijn inderdaad meer mensen die wachten, dus ik ben al heel blij met wat ik nu heb gekregen. Ik loop de begraafplaats op. En vergeet een plattegrond mee te nemen, waardoor ik later hevig verdwaal en merk dat ik in kringen loop (daar hebben ze onderzoek naar gedaan en dat blijken mensen te doen, in kringen lopen, als ze geen aanknopingspunten zoals bv de zon hebben). Ik kom 2x langs dezelfde zerken.

Ik ontdek Hermann Schreiber; hij is degene die de stamboom van de Schreibers heeft gemaakt (mijn oma heette met haar meisjesnaam Schreiber). Hij is een neef van mijn oma.
Ik kom allerlei bekende namen tegen, maak foto's en ben benieuwd of we hier verder mee komen.
De meneer van de Friedhofverwaltung geeft me nog informatie over hoe verder te zoeken.

Ik heb twee uur rondgelopen en snak naar koffie en iets te eten.












Met de tram ga ik naar Alexanderplatz. Daar is een Starbucks en daar neem ik een heeeeeerlijke latte tall mit lactosefreier milch und Raspberry Chease Cake. Als ik dit opschrijf, krijg ik er weer zin in.
Dan met de U-bahn weer naar huis.

In en om het appartement



In de straat is een terrein waarop een oude fabriek staat. Ook weer zo'n apart gebouw. Ik heb er een paar foto's van gemaakt. De eerste foto is in de ochtend gemaakt, de tweede in de namiddag.
In de gebouwen zijn allerlei ateliers, kantoren, volgens mij wonen er ook studenten. Zelfs de Segelschule Wannsee is er gevestigd.

















Dit is de centrale voordeur van het appartement. Achter deze deur ligt de hal.



























 In de hal aan beide zijden spiegels, zodat je een oneindig effect krijgt als je een foto maakt in de spiegels... zie Esther....



 Zoals ik erbij sta, dóe ik wel net alsof dit mijn huis is, maar dat is natuurlijk niet zo. Maar ik voel me wel thuis in dit kleine Berlijnse huisje..




























En zo zit in aan de keukentafel dit blog te schrijven..... Toch heel gezellig nietwaar?





Feest in de Botanische Tuin



Zaterdag en zondag was de feestelijke heropening van de grote Tropenkas. Het hele weekend kon je voor 1 euro entree naar binnen. Na mijn Spandau uitstapje ben ik tegen 4 uur naar de Botanische tuinen gefietst. 't Was er heel erg druk, heel veel mensen. Maar een hele gezellige, leuke, levendige drukte. Ik geniet weer van de natuur, 't groen, het mooie licht dat al duidelijk herfstig is, ook al is het nog heerlijk warm. Ik loop door het arboretum,
ontdek een rosarium waar niet meer veel rozen in bloei staan. Overal zitten mensen op bankjes en hebben eten en drinken bij zich. Als ik in de buurt van de grote kassen en de tropenkas kom, hoor ik in de verte muziek.



Er staan allerlei kraampjes, 't lijkt wel een grote Biergarten. Ik zie een kraampje waar ze turks brood met warme schapenkaas en salade verkopen. Daar heb ik zin in met een groot glas bier, Berliner Kindl. Zittend op het gras in de avondzon smul ik van mijn bier en brot.... omgeven door vele smullende en drinkende mensen. Een vrolijke sfeer.






In het licht van de avondzon zie je altijd zo mooi uit op foto's.... kijk maar.... dat heb ik ooit ergens gelezen. Als je mooie portretfoto's wilt maken, doe dat dan in het licht van de avondzon...









Gewoon, mooie plaatjes.
Ook de volgende dag, zondag, ga ik na afloop van mijn uitstapje naar de Wannsee nog even langs de botanische tuin; ik kom er toch langs. Na een dag fietsen nog even de benen strekken tussen de bomen en de planten.

Berlin Spandau

Zaterdag is het alweer prachtig weer! 't Lijkt wel hoogzomer, ware het niet, dat het in de ochtend nog fris is en 's avonds zo vroeg donker. Maar verder is het heel warm en zonnig en de luchten zijn zo diepblauw. Wat een bofkont ben ik.
Vandaag wil ik naar Berlin Spandau. Ik lees in de diverse reisgidsen dat het 'alter als Berlin' is en dat je door 'de steegjes en achterafstraatjes' 'makkelijk vergeet dat je in Berlijn bent'. Ik had me daardoor blijkbaar een heel romantisch idee gevormd. Dat kan dus bijna niet anders dan tegenvallen. Maar ik ben evengoed teleurgesteld. Jammer. Ik neem me voor om even rond te lopen en gewoon weer terug naar 'ik zie wel'. Op weg naar de U-bahn kom ik langs de Zitadelle Spandau, was dat niet van plan, maar nu ik hier toch ben. PRACHTIG!! Een cadeautje. Het stervormige bouwwerk werd in 1560 door Francesco Chiaramella da Gandino gebouwd naar het voorbeeld van vestingen in Italië. Op de hoeken zijn vier machtige bastions, zoals beschreven staat. De Juliusturm, waar ik later bovenop klim, is bewaard gebleven van een fort dat hier al in de 12e eeuw lag. Een paar foto's.....

Voordat je door de poort gaat, zie je dit bastion van de koningin al liggen.
En deze ridder (hij heeft geen wit paard) kijkt mij vanuit de hoogte aan. Gelukkig of jammergenoeg is ie van steen....
Er staan rijen ridders, veldheren, raadsheren, graven, baronnen, koningen, prinsen. En geen koninginnen, prinsessen...
Dan kom ik in de "Italienische Höfe". Schitterend, van een schoonheid, sierlijkheid, lichtheid, eenvoud. En stil. Er is verder niemand. Ik merk dat ik heel behoedzaam mijn voeten neerzet, zodat ik geen lawaai maak. Ik blijf een hele tijd in deze Höfe, omdat er zo'n fijne warme sfeer is. Er komen af en toe mensen, die ook stil worden en voorzichtig rondlopen.
Hier zie je de Juliusturm van onderaf gezien. En hier zit ik er bovenop.

  
En dit is het uitzicht vanaf de Juliusturm. Hier heb ik een stuk of 15 foto's gemaakt, helemaal rondom. Thuis ga ik eens kijken of 't me lukt er een panoramafoto van te maken.
En dit voertuig brengt mij uiteindelijk terug naar huis ........ :-))


Jüdische Friedhöfe I

Vrijdag de U-bahn naar de Schönhauserallee, naar de Joodse Begraafplaats; ik hoop hier graven te vinden van een betbetovergrootmoeder die in 1847 in Berlijn is overleden. Dan zou ze op deze begraafplaats moeten liggen. Helaas kan de mevrouw in het hokje achter de poort mij niet helpen. De Kartei is in Weissensee. Maar ik loop toch de begraafplaats op; een oase. Stil, ondanks de herrie van de Schönhauserallee, een serene stilte. Ik houd van begraafplaatsen. Al heel jong liep ik er graag rond en nog steeds, ook al ken ik niemand. Op deze begraafplaats vind ik geen 'bekenden', hoewel de mevrouw zei "Ja, Herrmanns, die haben wir hier viele"; ik vind ze helaas niet (familie van mijn overgrootmoeder).


 En omdat ik nu in Prenslauer Berg ben, ga ik lopend op pad. Ik ben vlakbij het Käthe Kollwitzplein, waar ik maar meteen een kopje koffie neem. Daarna loop ik rond, door de Hegemannstrasse met allemaal leuke winkeltjes met antiek of tweedehands kleren. Ik kom langs de Kulturbrauerei 'the place to go - the place to be'; zo te zien is er veel te doen: een bioscoop, theater, creatieve cursussen, een café, een restaurant. Een levendige plek.

Ik loop de Kastanienallee af, ook al zo'n leuke straat waar de tram doorheen rijdt, want ik wil naar de omgeving van de Veteranenstrasse. Hier woonde Cox Habbema en ze vertelt hierover in haar boek "Thuis in Berlijn"; hier had ze haar vierde huis. Op de hoek van de Veteranenstrasse/Fehrbelliner Strasse is een druk terras en ik zie mensen heerlijke plankjes vol allerlei soorten pizza eten. Ik krijg trek en ga aan één van de grote tafels zitten waar een fanatieke vader zijn dochter enthousiast vertelt over de marathon die het komend weekend in Berlijn zal plaatsvinden. Gezellig om hier zo schielijk naar te luisteren, terwijl ik 3 soorten verrukkelijke pizzastukken eet. Een aanrader: Foccaccio heet de plek.
In het Volkspark am Weinberg, waar Cox Habbema vanaf haar balkon op uitkeek, liggen mensen te zonnen, rennen kinderen achter een bal, het is een vrolijk gezicht. Hier staat ook een beeld van Heinrich Heine, de dichter van "Ich weiss nicht was soll es bedeuten, dass ich so traurig bin - die Loreley", die vanwege zijn in die tijd omstreden gedachten, verbannen werd uit Duitsland en in 1856 eenzaam en ziek in Parijs is gestorven. Hier zit hij er breeduit bij.


Ik volg een deel van de wandeling die Cox Habbema beschrijft; langs de Ackerstrasse, langs de Ackerhallen, door de Invalidenstrasse. Ik vind het zo indrukwekkend om naar de gebeeldhouwde rijen gevels te kijken; en ook hier weer de afwisseling - gerestaureerd of nog in 'oude stijl'.
Ik geniet van 't lopen door Berlijn, de kaart bij de hand, eigenlijk is alles vrij 'dichtbij'. Ik hoef nergens heen en kom overal. Helaas 'vergeet' ik naar de Bernauerstrasse te gaan, zeker nu ik daar zo dichtbij ben. Daar staat nog een stuk van de Mauer. Volgende keer.




Ik pak de U-bahn, word daar steeds meer bedreven in, d'r in en d'r uit. Alexanderplatz. Hier is 't weer kermis. Ik wilde even naar de Galleria Kaufhof. Maar wat ik nodig heb, hebben ze niet. Echt waar!!!! U-bahn in, naar de Potzdamer Platz. Ik was hier nog niet, ben er alleen een keer dwars overheen gefietst, dus nu even uitgestapt, even gekeken en weer weg. Een zo totaal ander beeld, dan de prachtige oude gevels van Berlijn. Je moet er toch even geweest zijn!
Dan neem ik de S-bahn naar de Feuerbachstrasse. Nou dat had ik beter niet kunnen doen. Die zit nl stampvol. Voor 't eerst word ik bijna misselijk van de drukte. Ik ben ontzettend blij dat ik thuis ben.........

't blijft nazomer - de 14e dag in Berlijn

Schitterend weer is het, blijft het. Donderdag, vrijdag, zaterdag, zondag. Vandaag maandag voor de verandering weer eens bewolkt. Maar tegen de middag toch weer zon en warm, zodat ik mijn wollen jasje gerust uit kan laten, zeker in de tram en de U-bahn.

Donderdag ga ik op familiezoektocht; naar het Standesambt 1 in de Schönstedtstrasse, in Wedding, richting Reinickendorf, noord-west Berlijn; geen toerist te zien. Een weinig uitnodigende buurt.
En het Standesamt is pas om 2 uur geopend, maar ik heb echt geen zin om nog anderhalf uur in deze Gegend rond te blijven hangen.


Om de hoek aan de Brunnenplatz een indrukwekkend gebouw, een rechtbank. Vrouwe Justitia in het midden, de adelaar er boven.Waarom ik het dacht, weet ik niet; maar op de kaart "Wo die Mauer war" zie ik, dat dit deel toch echt bij West-Berlijn hoorde.

Ik ga terug naar Mitte, naar de Rosenthalerstrasse, naar het Otto Weidt Museum. Daar bel ik op een rustig plekje met een medewerkster van het Jüdische Archiv. Helaas kunnen zij niets voor mij/ons betekenen, omdat zij geen gegevens hebben over Königsberg en Danzig en ook niet over de periode vóór 1885. De aardige mevrouw geeft mij een aantal andere adressen. Mijn dochters gaan gewoon verder op zoek in oktober.
Terug naar Museum Blindenwerkstatt Otto Weidt, verborgen in een hofje aan de Rosenthalerstrasse bij de Hackescher Markt, een druk en toeristisch, want zeer aantrekkelijk deel van Berlijn.
Een ontroerend klein museum. In de oorlog was het een blindenwerkplaats, waar vooral dove en blinde joden bezems en borstels maakten. Otto Weidt probeerde ze zo te behoeden voor transport, hetgeen maar gedeeltelijk is gelukt. Het museum laat zien wie de mensen waren die er werkten; wie wel en wie niet behoed werd voor transport.
Wat de meeste indruk op mij heeft gemaakt is een zaaltje waar foto's en verhalen te zien en te lezen waren over zg 'stille helden', mensen die joodse burgers onderdak boden in de oorlogsjaren. Eén verhaal raakte mij bijzonder: een jurist, ik weet zijn naam niet meer, heeft al die jaren doorgebracht in de U- en de S-bahn, overdag in de treinen tussen de mensen in het gewone werk-woonverkeer, 's nachts in de stations of in huizen van vrienden, van wie hij de sleutel had en hield en die na een tijd ook waren opgehaald. Hij had bij gezworen zich nooit en te nimmer te laten oppakken. Ik stel me dat zo voor; alles was hem afgenomen, zijn huis, zijn bezittingen, hij had niets meer, behalve zijn kleren aan zijn lijf. Een zwervend bestaan, zonder te weten, waar en wanneer 't ooit ophoudt. Hij heeft de oorlog overleefd. Ik voel me stil en onder de indruk.
Ik fiets en slenter nog wat rond in de buurt.
Fiets langs de synagoge (een uurtje geleden had ik die aardige mevrouw van het archief aan de telefoon; jammer dat ze niets voor me kon doen).
En naar de museuminsel, het Bodemuseum met de gestalten. De luchten zijn zo mooi blauw.






Tijd voor een Kaffee mit Kuchen. Dat kun je echt 't beste in Duitsland. Rond een uur of 4 drinken en eten de Duitsers Kaffee mit Kuchen. Ik herinner me dat we vroeger vaak 's middags Kuchen mochten uitzoeken bij de bakker op de Königsstrasse in Wannsee. Dat was toen helemaal feest! Maar ook nu nog, op deze foto een heerlijke Zitronencremetorte.
Weer in zo'n verstopt hofje in de Auguststrasse.

En al fietsend kom ik de meest wonderlijke zaken tegen. Een paar dagen geleden een oude gele scooter (ik heb de foto niet in de blog geplaatst) en nu weer dit sigarettenautomaat. Een paar dagen later kom ik in Spandau weer zo'n apparaat tegen. Geen idee of 't werkt..... Maar curieus is 't.